De orthopedisch schoentechnicus bespreekt tijdens de aanmeetsessie de voetklachten, en er wordt uitgebreid gekeken naar de stand, houding, aandoening, bewegelijkheid, anatomie etc. Aan de hand van die gegevens wordt een plan gemaakt. Er wordt een opstelling gemaakt met de gemeten hielheffing en eventuele correcties. Op de gemaakte opstelling gaat de orthopedisch schoentechnicus de voet in het gips zetten, dit kan met cella cast of gips (dit is de gipshuls).
Aan de hand van alle gegevens en gipshuls wordt er een individuele leest gemaakt. Als alle gegevens in de leest verwerkt zijn wordt er een passchoen gemaakt. De Orthopedisch specialist kan dan beoordelen of de leest goed gemaakt is en of er nog kleine correcties verricht moeten worden. In een later stadium kan dan de op maat gemaakte schoen gemaakt worden. Werkzaamheden: vaardigheden van hoge leesten (isoleren, gieten, aantoppen, schuren etc.)